Er zijn verschillende categorieën van schadelijk drankgebruik te onderscheiden (bron : www.alcoholenopvoeding.nl)
1. Zware
drinkers
Zware drinkers zijn mensen die één of meer dagen in de
week 6 of meer glazen alcoholhoudende drank gebruiken (bron:
CBS). Jongeren tussen de 18 en 24 scoren het hoogst op
deze maat. Een vorm van zwaar drinken is bingedrinken.
‘Binge’ is Engels voor braspartij. Het houdt in dat er
een grote hoeveelheid alcohol gedronken wordt in een
zeer korte tijd. Een vrouw is te typeren als
bingedrinker als zij wel eens binnen een paar uur 4 of
meer glazen drinkt, een man als hij wel eens 6 of meer
glazen drinkt (bron: NIGZ).
2. Overmatige drinkers
Mannen zijn overmatige drinkers als ze meer dan 21
glazen per week drinken, wat neerkomt op 3 of meer
glazen per dag. Bij vrouwen is dat het geval bij meer
dan 14 glazen per week, dus gemiddeld 2 of meer glazen
per dag (bron: NIGZ).
Overmatig drinken wordt probleemdrinken als het drinken
van te grote hoeveelheden gepaard gaat met allerlei
lichamelijke, psychische en sociale problemen.
Ook onder jongeren komt overmatig drinken voor (minstens
14 glazen alcohol per week voor meisjes en minstens 21
glazen per week voor jongens)
3. Probleemdrinkers
Een probleemdrinker is iemand die niet alleen (te)veel
drinkt, maar ook allerlei lichamelijke, psychische of
sociale problemen ondervindt als gevolg van zijn of haar
drankgebruik. Als drempelwaarde voor veel drinken wordt
gehanteerd: minimaal 1 keer per week 6 of meer glazen
drinken, en/of minimaal 21 dagen per maand 4 of 5 glazen
drinken (van Dijck en Knibbe, 2005.) De ondervonden
problemen lopen uiteen van drinken om zorgen te vergeten
of meer zelfvertrouwen te krijgen, tot black-outs door
drankgebruik, stiekem drinken, maaltijden overslaan,
alcoholongevallen, regelmatige dronkenschap/katers, het
niet nakomen van verplichtingen, verstoringen van de
openbare orde en relationele of sociale problemen,
waaronder problemen met partner, familie of werk.
Probleemdrinkers komen vaker voor onder mannen en
jongeren onder de 25 jaar dan onder vrouwen of oudere
leeftijdsgroepen.
Een probleemdrinker is volgens de definitie niet
verslaafd, maar hij loopt wel een groter risico om dat
te worden.
4. Verslaving of afhankelijkheid
Wanneer alcohol langere tijd overmatig wordt gebruikt,
is het risico op lichamelijke en geestelijke
afhankelijkheid groot. De afhankelijkheid ontwikkelt
zich doorgaans sluipend. Een verslaafde drinker is
lichamelijk en geestelijk afhankelijk van alcohol.
Stoppen met drinken wordt als onmogelijk ervaren. Een
probleemdrinker kan als hij of zij dat wil minder
drinken of stoppen met drinken. Een alcoholverslaafde of
alcoholist kan dit niet meer.
De diagnose alcoholafhankelijkheid of alcoholverslaving
wordt gesteld als iemand aan tenminste drie van negen
criteria voldoet. Deze criteria zijn vastgelegd in een
diagnostisch handboek, de DSM-IV, en bestaan onder meer
uit: ontevreden zijn over het eigen alcoholgebruik,
gewenning, protest van het lichaam als je geen alcohol
meer drinkt (ontwenningsverschijnselen), niet kunnen
stoppen met drinken, verplichtingen niet nakomen,
sociale en beroepsmatige activiteiten opofferen, en
riskant gedrag.
5. Alcoholmisbruik
Alcoholmisbruik is een patroon van onaangepast
drankgebruik waarbij iemand regelmatig alcohol gebruikt
in risicovolle situaties zoals tijdens het werk en bij
verkeersdeelname of als reactie op sociale of
persoonlijke problemen (gebaseerd op Verdurmen et al.
2003).
Indien uw
cliënt binnen één van deze categorieën kan gesitueerd
worden, mag u hem/haar scoren voor dit item.
Hoe bevragen : aan cliënt.
Relevante vragen :
“Drink je wel eens iets van alcohol?”
“Onder welke omstandigheden drink je meestal?” (Alleen
of in gezelschap? ’s Avonds/ Overdag? Bij stress of
enkel in sociale context of…?). “Hoe vaak drink je iets
van alcohol?” “Hoeveel drink je per keer?” Hoe lang
drink je al die hoeveelheid?” “Drink je de laatste tijd
meer/minder?” “Heb je het gevoel dat je kan
stoppen met drinken wanneer je dat
zou willen?”
Deze informatie kan eventueel ook bekomen worden via de verwijzer of via de omgeving van de cliënt.